Frisdrank: een ruim begrip

De meeste mensen denken bij de term frisdrank aan koolzuurhoudende dranken zoals cola, sinas, cassis of tonic. Dat zijn inderdaad frisdranken. In de praktijk vallen echter meer dranken onder deze categorie. Volgens de Nederlandse Warenwet bevat een frisdrank namelijk: ‘geen alcohol en ook geen melkbestanddelen. Een frisdrank kan koolzuur bevatten, maar ook koolzuurvrij zijn. En bestaan uit water, suikers en/of zoetstoffen, aroma’s en eventueel sappen of extracten van vruchten of planten. Aan frisdranken mogen ook hulpstoffen zoals conserveermiddelen, voedingszuur, emulgatoren en kleurstoffen worden toegevoegd.’ Deze toevoegingen worden ook wel additieven genoemd. 

Koolzuurhoudende en niet-koolzuurhoudende dranken

Volgens de Nederlandse Warenwet omvat de term frisdrank zowel koolzuurhoudende dranken als niet-koolzuurhoudende dranken. Hiertoe behoren dranken zoals siropen, sportdranken, energiedranken, ijsthee en vruchtendranken. Vruchtensappen vallen overigens niet onder het begrip frisdrank.

Frisdrank met vruchtensap

Een aparte categorie binnen de frisdranken zijn de vruchtenfrisdranken. Deze bevatten een bepaalde hoeveelheid vruchtensap. Voor de hoeveelheid vruchtensap in vruchtenfrisdranken is geen wettelijk minimum vastgesteld. De hoeveelheid moet wel op het etiket vermeld staan. Indien een alcoholvrije drank meer dan 25 tot 50 procent vruchtensap bevat, is het een vruchtendrank. Dit wordt ook wel nectar genoemd. Het percentage dat van toepassing is, hangt af van het soort vrucht. Een frisdrank met vruchtensap is overigens iets anders dan een vruchtensap.